Podcast 'Mindful werken'

‘Hoe ga je om met de druk om naar kantoor te gaan?’

Welkom bij een nieuwe aflevering van ‘Mindful werken’, dé podcast over werken in je eigen tempo. Mijn naam is Lisa Langenkamp en in deze podcast beantwoord ik in iedere aflevering een vraag over mindful werken. Ik deel praktische tips en ervaringen die mij hebben geholpen rust te vinden in een wereld waar de druk om te presteren steeds groter wordt en voldoende niet genoeg is.

De vraag die ik in deze aflevering beantwoord is:

Ik werk in de culturele sector en moet regelmatig op kantoor of een museum zijn om dingen voor te bereiden. Eén keer in de week reizen vind ik prima, maar het kost me simpelweg te veel energie om alle dagen te komen. Ik krijg op locatie veel prikkels binnen en zit lang in de trein, waardoor ik laat thuis ben, hongerig thuiskom en overprikkeld raak. Ik voel druk om vaker te komen. Hoe overtuig ik mijn manager dat één dag in de week aanwezig zijn het beste voor me is?

Merel

Ik deelde een poll op Instagram en was echt verbaasd over het percentage van mijn volgers dat verplicht is naar kantoor te gaan: 43 procent (!), dus toch bijna de helft. Even later las ik een artikel op de site van RTL Nieuws met de titel: ‘Het nieuwe werken is mislukt’. Dankzij de lockdown hebben we noodgedwongen stappen gemaakt richting het nieuwe werken, maar nu alles weer enigszins ‘normaal’ is geworden, blijkt dat het toch moeilijker is dan gedacht om medewerkers zelf te laten invullen hoe zij hun werk doen. Onderzoek van Nationale-Nederlanden laat zelfs zien dat er in het eerste kwartaal van 2022 maar liefst 75 procent meer ziekmeldingen zijn ten opzichte van een jaar geleden. Een teleurstellende uitkomst. Wat doe je als je niet de vrijheid voelt om zelf te bepalen waar je werkt, terwijl dat prima zou kunnen met je werkzaamheden?

1. Bedenk goed wat je wil

Voordat je het gesprek aangaat met je leidinggevende, is het belangrijk om voor jezelf te bedenken wat je wil. Ben je tevreden met één dag in de week op kantoor? Of mag het ook meer zijn? Misschien vind je een middag of ochtend zelfs het maximale. Laat je in elk geval niet verleiden eerst naar anderen te kijken voordat je je eigen behoeftes in kaart brengt. Dat je collega’s geen moeite hebben met elke dag naar kantoor komen, wil niet zeggen dat jij dan ook maar minstens de helft van de week je gezicht moet laten zien. Als je diep in je hart kijkt, wat zou je dan prettig vinden? Ik weet dat dit makkelijker gezegd is dan gedaan, maar de norm of wat anderen ervan vinden doet er uiteindelijk niet toe.

‘Maar hoe weet ik dan wat ik wil?’, vraag je je misschien af. Ik ga dan meestal mediteren. Door de vraag los te laten en van een afstand te kijken naar wat ik ervaar, komt het antwoord op een gegeven moment vanzelf naar boven. Een andere methode die mij helpt is schrijven. Door te schrijven leg je je gedachtes bloot. Columnist en auteur Geertje Couwenbergh maakt een onderscheidt tussen eerste, tweede en derde gedachtes: eerste gedachtes zijn origineel en komen vanuit je intuïtie, tweede en derde gedachtes zijn de voice-over of analyse van je eerste gedachtes (bijvoorbeeld een kritische stem). De kunst is dus bij die eerste, originele gedachtes te komen.

Onder het motto ‘eerste gedachte, beste gedachte’ deel ik een oefening uit het boek ‘Zin, lust in je leven door te schrijven’ van Couwenbergh met je:

  1. Pak pen en papier en schrijf de volgende zin op: ‘Eén ding weet ik zeker:’ (vergeet niet de dubbele punt aan het einde).
  2. Schrijf vervolgens tien minuten zonder te stoppen, corrigeren of je tekst terug te lezen.
  3. Als je een stuk hebt geschreven, begin je weer opnieuw: ‘Eén ding weet ik zeker:’.
  4. Ga net zolang door totdat er niets meer in je opkomt. Je bent bij je eerste gedachtes aangekomen.

Schrijven vanuit eerste gedachtes vereist moed. Niet alle dingen die bovenkomen in de conversatie met je leven zijn even schoon en aangepast. Je moet je er enigszins aan overgeven. Eerste, originele gedachtes zijn vaak onhandig. Ze zijn vaak niet netjes, haalbaar of wenselijk.

Geertje Couwenbergh

2. Tips voor tijdens het gesprek

Nu je weet hoeveel dagen je minimaal en maximaal op kantoor wil zijn, kun je het gesprek aangaan. Een paar tips:

  1. Wees je bewust van het beleid of de regels. Misschien hoor je officieel drie dagen per week op kantoor te zijn. Dat wil alleen niet zeggen dat je hier meteen in mee moet gaan. Het kan wel zijn dat het daardoor lastiger is om afspraken te maken met je leidinggevende.
  2. Trap niet in de valkuil te veel uit te leggen. In plaats van een uitgebreid verhaal te vertellen over hoe gehaast je wel niet de deur uit moet als je op kantoor moet zijn en geen tijd hebt om fatsoenlijk te eten, kun je het beter kort houden. Bijvoorbeeld: “Reizen geeft me veel stress.”
  3. Houdt een beetje ‘munitie’ achter de hand. Net als bij een onderhandeling over je salaris, is het slim om niet meteen je ondergrens te noemen. Stel je wil echt niet meer dan twee dagen reizen, dan kun je beter met één dag naar kantoor gaan beginnen. Zo behoud je speling.
  4. Lever je toch iets van je optimale scenario in? Vraag jezelf dan af wat daar tegenover staat. Misschien heb je baat bij een stilteplek of kun je naar een kantoor dichterbij huis gaan. Wat helpt jou goed functioneren als je wél aanwezig bent?

3. Wees trouw aan jezelf

Wat doe je bij een ‘nee’? Mocht er echt geen ruimte zijn, dan kun je je afvragen of je nog wel wil blijven. Ben je net als Merel prikkelgevoelig, dan is het nu eenmaal heel belangrijk dat je voor jezelf de optimale omstandigheden kunt creëren. Als een werkgever daar niet in mee kan gaan en jullie komen er niet samen uit, dan kun je je afvragen of dit de juiste omgeving voor jou is. Het is niet ‘slap’ of ‘laf’ om dan weg te gaan, het is juist een teken dat je jezelf en je eigen behoeftes serieus neemt. Bovendien ben je niet de enige, want uit de KPN Monitor Hybride Werken blijkt dat één op de drie werknemers op zoek gaat naar een andere baan als aanwezig zijn op kantoor een verplichting is.

4. Blijf in gesprek en doe zelfkennis op

Hybride werken klinkt prachtig, maar in de realiteit is het niet zo makkelijk. Waar de ene collega baat heeft bij regelmatig teamleden zien, loopt de ander leeg op te veel interactie. Een valkuil voor leidinggevenden is dat ze uitgaan van hun eigen behoeftes. Maar dat een manager opbloeit van praatjes bij de koffieautomaat, wil niet zeggen dat jij dezelfde ervaring hebt. Bovendien zijn we gewoontedieren, dus voordat je het weet, vervallen we weer in oud gedrag, is elke dag naar kantoor gaan de norm en zijn we vergeten dat het ook anders kan.

Omdat niet iedereen hetzelfde is, is het belangrijk dat je op zoek gaat naar wat voor jou werkt. Of zoals interim directeur, coach en schrijfster Marjolijn Feringa zegt in haar boek ‘Hybride teams’: “Om je werk goed te kunnen organiseren, is het wel zo handig dat je jezelf als medewerker goed kent.” Naast een portie zelfkennis en een open blik, is het belangrijk dat je in gesprek blijft met je manager. Wat heb jij nodig? Waar voel jij je prettig bij? Werkt deze situatie voor jou? Misschien spreek je eerst een testperiode af. Onthoud: hier en daar concessies doen voor een beter resultaat is oké, tenzij je waarden in het gedrang zijn en je gezondheid eronder leidt. En gezondheid staat wat mij betreft altijd op nummer één.

Goed nieuws: Merel heeft inmiddels nieuwe afspraken met haar manager gemaakt en hoeft daardoor niet meer alle dagen naar kantoor. Dus twijfel je om je uit te spreken? Dan wil ik je motiveren om het tóch te doen. Als Merel het kan, kan jij het ook!

Boekentips:

Heb jij ook een vraag op werkgebied? Stuur me een bericht en wie weet maak ik er een podcast van!

Ik doe mijn best om waardevolle content te maken. Dit artikel bevat daarom affiliate links. Als je via deze links iets koopt, krijg ik daar een kleine vergoeding voor zonder dat je extra hoeft te betalen. Dankjewel voor je bijdrage!