Hoe ik zen blijf in een kantoortuin

Hoe ik zen blijf in een kantoortuin

Kantoortuinen zijn niet meer weg te denken uit het werkende leven. Als je net als ik introvert bent, kan dat best moeilijk zijn. Gelukkig hoeft werken in een kantoortuin niet te voelen als overleven. Ik heb manieren gevonden om ondanks alle prikkels en afleiding zen te blijven.

“Als je écht geconcentreerd moet werken, is de kantoortuin de hel”, zegt hoogleraar Stefan van der Stigchel in een interview met NRC. Volgens Van der Stigchel worden we zo vaak afgeleid, dat ons werk er oppervlakkiger door wordt. In plaats van je te verdiepen in een onderwerp, ben je vooral bezig met taken zoals je mail beantwoorden of afspraken maken. Ik herken het wel. Als ik me ergens goed op wil concentreren, dan doe ik dat veel liever thuis. Toch kan ik er niet omheen en werk ik regelmatig in een open kantoor. Gelukkig heb ik manieren gevonden om hier te werken zonder dat mijn humeur eronder lijdt:

1. Maak er geen geheim van

De meest simpele oplossing om niet gek te worden in een open kantoor is natuurlijk door er gewoon af en toe niet te zijn. Ik heb het geluk dat ik grotendeels zelf kan bepalen waar ik werk en daardoor niet elke dag op kantoor hoef te zijn. Als je die vrijheid niet hebt, wil ik je één tip meegeven: maak er geen geheim van dat je geen fan bent van een kantoortuin. Stel je hebt een keer je dag niet doordat je regelmatig wordt gestoord, dan zullen collega’s het eerder begrijpen als je een keer wat eerder naar huis gaat om daar verder te werken. Ook heb ik gemerkt dat veel collega’s zich herkennen in mijn ergernissen. Alleen al die herkenning, kan heel opbeurend zijn.

2. Wees alert op de eerste signalen

Ik zeg wel eens dat ik mezelf niet hoor denken als ik in een kantoortuin zit. Zit iemand te bellen, dan ga ik toch letten op wat er tijdens dat gesprek gezegd wordt. Er kwam ooit een punt dat ik dacht: ‘Ik wil hier zo snel mogelijk weg.’ Deze neiging had niets met mijn collega’s of hetgeen wat ik aan het doen was te maken, maar met de drukte om mij heen. Ik werd gek van al het gekakel. Sinds die keer heb ik me voorgenomen om dit soort momenten voor te zijn. Dit doe ik door alert te zijn op bepaalde signalen. Denk aan kortaf reageren en het gevoel hebben dat ik me wil terugtrekken. Het zijn stuk voor stuk alarmbellen die aangeven dat ik rust nodig heb. De kunst is om daar dan ook naar te handelen. Ik besluit bijvoorbeeld een klein ommetje te nemen of adem een paar keer diep in en uit als ik op de wc zit.

3. Stel je erop in

De dagen waarop ik naar kantoor ga, stel ik me erop in dat ik vaker gestoord ga worden. Ik wil niet een collega zijn die je nooit een vraag kunt stellen, maar mij zo opstellen dat mensen graag naar mij toekomen voor vragen of advies. Door van tevoren kort stil te staan bij het feit dat een dag op kantoor betekent dat ik misschien minder productief ben dan ik zou willen, raak ik minder snel geïrriteerd als ik een keer uit mijn concentratie gehaald word. Natuurlijk lukt dat de ene keer beter dan de andere keer. Soms ben ik gewoon moe en kan ik iets minder hebben. Dit alleen al opmerken, is dan meestal voldoende.

Meer lezen? Japke-d. Bouma schreef het boek ‘Werken doe je maar thuis’ met tips om kantoor te overleven.

Beeld: Annie Spratt via Unsplash.

Ik doe mijn best om waardevolle content te maken. Dit artikel bevat daarom een affiliate link. Als je via deze link iets koopt, krijg ik daar een kleine vergoeding voor zonder dat je extra hoeft te betalen. Dankjewel voor je bijdrage!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *