Bezig zijn is meestal makkelijker dan nietsdoen. Toch is het heel gezond om af en toe de boel de boel te laten. Maar waarom zou je juist als je een lange to-do list hebt, dingen laten voor wat ze zijn? Ik geef je drie redenen.

1. Er is altijd wel iets te doen

In de ideale wereld heb ik aan het einde van de werkdag alles op mijn to-do list met gemak afgevinkt en trek ik met een tevreden gevoel de deur achter me dicht. De realiteit is dat ik bijna nooit met een afgevinkte to-do list naar huis ga. En ook in het weekend kan ik tig dingen bedenken om te doen, zoals mijn kast opruimen of eindelijk een keer een nieuw fietsslot kopen. Het besef dat er altijd wel iets te doen is en dat ik daar nu eenmaal weinig aan kan veranderen, helpt me om soms alles even los te laten.

2. Lege momenten leveren nieuwe inzichten op

Altijd doorgaan lijkt heel productief; je bent immers continu bezig. Maar er zijn onderzoeken genoeg waaruit blijkt dat regelmatig pauzeren juist goed is voor je productiviteit. Zo is het vast geen verassing dat je op de beste ideeën komt als je onder de douche staat of naar de wc gaat. Door even afstand te nemen, doe je vanzelf nieuwe inzichten op. Bij mij zit het vaak in kleine dingen, zoals niet snel een mail versturen aan het einde van de dag als ik eigenlijk beter kan afsluiten. Of mijn agenda zo indelen, dat ik genoeg pauzemomenten heb.

3. Je kunt toch niet alles veranderen

Ben je werkeloos? Eigen schuld. Heb je weinig vrienden? Dan had je maar beter je best moeten doen. Tegenwoordig lijkt het alsof je op alles wat er in je leven gebeurt invloed hebt. Maar de realiteit is dat sommige dingen nu eenmaal gaan zoals ze gaan. Dan kun je er nog zo veel tijd en energie in steken, de uitkomst wordt er niet anders van. Natuurlijk wil dat niet zeggen dat je helemaal niks meer hoeft te doen, maar dit besef helpt wel om dingen wat meer op hun beloop te laten. Vooral als je snel geneigd bent te piekeren.

Beeld: Japheth Mast via Unsplash.